Bestuurders hebben vast het belang van Groningen en Groningers voor ogen. Maar de echte strijd is door de burgers gestreden: individueel procederend, samen in het dorp, op de sociale media, verenigd in de GBB en in andere belangengroepen, en in de maatschappelijke organisaties. Dat bestuurders nu de toon aanslaan van het ‘democratisch gelegitimeerd gezag’ is daarom ongepast. Dit ‘gezag’ had de burgerbeweging de afgelopen jaren meer dan nodig. Het zou bestuurders sieren meer respect te tonen voor die bewoners die zich zo hebben ingezet en dit nog steeds doen. De centrale vraag die rijst: wie vertegenwoordigt eigenlijk de inwoners?
Lees het historisch betoog van Jelle van der Knoop, voormalig voorzitter van de GBB, over de elkaar aanvullende rol van de maatschappelijke organisaties in het gasdossier.
Als in het begin van deze eeuw het aantal en de zwaarte van de bevingen in Groningen toenemen, komen langzaam maar zeker de burgers in het ‘aardbevingsgebied’ in beweging. Dit versnelt na de beving in Huizinge. De belangrijkste motor hiervan zijn de in aantal en kracht toenemende aardbevingen. De gevolgen hiervan raken grote groepen mensen: schade, onverkoopbare woningen, sloop, gedoe met instanties, verstoring van de levensloop van burgers, gezondheids- en psychische problemen, angst, stress, enzovoort. Steeds meer burgers komen in het geweer.
Al in 2009 wordt de Groninger Bodem Beweging (GBB) opgericht met als doel een burgerbeweging op gang te brengen. Haar ledenaantal zal in de loop der jaren groeien naar meer dan 4.000 leden, vrijwel allemaal particuliere woningbezitters. Op initiatief van de GBB luiden overal in Groningen de kerken de noodklok, als het Kamerdebat met minister Kamp begint (12 februari 2015).
Aan de Dialoogtafel in 2014 treffen tal van maatschappelijke organisaties elkaar, waaronder LTO, De Vereniging Groninger Dorpen, de woningbouwcorporaties, VNO-MKB, de Eemsdelta-industrie. De één staat wat dichter bij de burger dan de ander; niettemin staat bij allen het belang van gedupeerden van de gaswinning voorop. In 2016 verenigen zij zich in het Gasberaad en trekken zij aan zij op met de GBB.
Andere groepen en groepjes ontstaan: ‘Schokkend Groningen’, ‘Ons laand ons lu’, ‘Kerk en Aardbeving’. Dorpen vormen bewonersgroepen die zich met de versterking bezighouden. Tal van gedupeerde bewoners werpen zich in de sociale media op als woordvoerder van alle bewoners, zoals Jenny Valk, Ingrid Verbeek, Kor Dwarshuis, Annemarie Heite en krijgen duizenden volgers. Veel woningbezitters procederen tegen besluiten van achtereenvolgend NAM, CVW, TCMG en IMG. Ze vechten voor hun recht op schadevergoeding en voor hun recht op leven.
De GBB start in 2015 een strafproces tegen de NAM, wat later sterk bijdraagt aan het stopzetten van de gaswinning.
Er komt een groot aantal manifestaties en demonstraties; er worden toneelstukken over de problematiek opgevoerd. Er worden films gemaakt, sommige uitgezonden op NPO. Regelmatig komen Kamerleden kijken en spreken met gedupeerden.
Tal van bewoners worden door de media geïnterviewd. De landelijke pers vult zich met redactionele artikelen over ‘de crisis in slow motion’ in Groningen, verhalen over de drama’s, beelden van huizen in de stutten en protesterende burgers als er weer eens een minister op bezoek komt. De beelden gaan het land door en verspreiden zich vervolgens over de hele wereld tot en met de New York Times.
Hoe reageren lokale bestuurders op de noodkreten uit de provincie? Vóór Huizinge houdt men zich afzijdig. Men wijst naar de NAM als aansprakelijke partij en hoopt er het beste van. ‘Als er maar geen maatschappelijke onrust komt’, hoor ik toenmalig gedeputeerde Rudi Slager in 2008 tegen burgemeester Rodenboog zeggen.
Na Huizinge verandert de zaak. CdK Max van der Berg – in 2014 in onderhandeling met minister Kamp over 1 miljard compensatie – vraagt het GBB-bestuur of deze niet voor wat maatschappelijke onrust kan zorgen; dat zou hem helpen. Daarop organiseert de GBB een viertal manifestaties waar veel pers op af komt.
Als Max ‘zijn’ miljard binnen heeft (waarvan het grootste deel geld is waar Groningers gewoon recht op hebben), zegt hij tegen de GBB dat het mooi is geweest en dat we nu onze zegeningen maar moeten tellen. Vanzelfsprekend trekken we ons daar niets van aan.
Dit gebruik maken van ‘maatschappelijke onrust’ door bestuurders om dingen voor Groningen voor elkaar te krijgen, zal zich daarna in verschillende vormen herhalen; inclusief het daarna laten vallen van de organisaties die de belangen van de burgers behartigen: de GBB en het Gasberaad.
Bestuurders gingen daarbij vooral hun eigen gang en lieten zich weinig gelegen liggen aan GBB en Gasberaad, tenzij ze er baat bij dachten te hebben. Een paar illustraties:
Schadeprotocol
Hoewel de provincie samen met GBB en Gasberaad optrekt om een beter schadeprotocol te krijgen, onderhandelt de provincie eind 2017 achter hun rug om met de NAM over een schadeprotocol terwijl de NAM juist uit de schadeafhandeling was gestapt.
Op 23 april 2015 wordt Eelco Eikenaar (SP) gedeputeerde en ‘doet’ de gaswinning. Hij stelt zich anders op en gaat naast de burgers staan. Hij overlegt maandelijks met GBB en Gasberaad. Na een paar jaar wordt zijn positie binnen het college steeds moeilijker. Uiteindelijk worden de besluiten zonder hem genomen.
In maart 2019 wordt het Nationaal Programma Groningen (NPG) gepresenteerd. Het is de uitkomst van onderhandelingen tussen bestuurders en minister Wiebes. Het geld is bedoeld als ‘compensatie’ voor het leed dat Groningen is aangedaan. De oproep van de GBB om samen met bewoners over de besteding te praten – over ‘de stip op de horizon’ – wordt genegeerd. De bulk van het geld wordt besteed aan projecten van gemeenten, waar gemeenten over beslissen. Aan de besteding van de 1,15 miljard ligt geen breed gedragen democratisch proces ten grondslag.
Vanaf 2019 worden GBB en Gasberaad adviseurs van het overleg van bestuurders met de ministers Wiebes en Olongren. De bestuurders vinden dit maar lastig en plaatsen GBB en Gasberaad zoveel mogelijk in een bijwagen. Ze informeren hen consequent te laat. Regelmatig voeren bestuurders vooroverleg met de ministers, waarna GBB en Gasberaad pas later aan mogen schuiven. Eén keer duurt dit vooroverleg zo lang dat we maar uit Den Haag naar huis vertrekken.
Voorgekookt
Een andere keer worden de bestuurders pisnijdig als GBB en Gasberaad in het overleg met de ministers een ander standpunt innemen dan zij. Dan verklaren de bestuurders zich plotseling als ‘de ware vertegenwoordigers van de bevolking’, immers zij zijn ‘democratisch gelegitimeerd’. Meerdere keren zien GBB en Gasberaad maar af van deelname aan het overleg omdat alles al is voorgekookt.
Bestuursakkoord
In de aanloop naar het Bestuursakkoord in november 2020 worden GBB en Gasberaad opnieuw door de bestuurders uitgenodigd om samen met hen een vuist te maken richting Den Haag. We worden geïnformeerd en meegenomen in het proces. In de videoverbinding met Den Haag plaatst men ons weloverwogen in het zichtveld van de ministers Wiebes en Olongren. De provincie zet ons als joker in.
In de eindfase van de onderhandelingen worden we echter ‘vergeten’ door de bestuurders. We worden geïnformeerd over de einduitslag. De input van GBB en Gasberaad blijkt verdwenen. Gedeputeerde Staghouwer maakt excuses maar dat helpt natuurlijk niet meer.
We distantiëren ons van het Bestuursakkoord, wat ons veel boze blikken van de bestuurders oplevert.
Na de presentatie van het rapport van de Parlementaire Enquête Commissie zien we iets soortgelijks gebeuren als bij de onderhandelingen over het NPG: bestuurders stellen een lijst op met wensen en claimen dit als inlossing van de ereschuld aan Groningen. GBB en Gasberaad worden verzocht de claim te steunen; deze zien daar uiteraard van af: aan de formulering van de bestuurlijke wensen is geen burger te pas gekomen.
De echte strijd
Ongetwijfeld hebben de bestuurders in de strijd rond de gaswinningsproblematiek en het claimen van geld het belang van Groningen voor ogen. Maar de echte strijd is door de burgers gestreden: individueel procederend, samen in het dorp, op de sociale media, verenigd in de GBB en in andere belangengroepen, en in de maatschappelijke organisaties.
De toon aanslaan van het ‘democratisch gelegitimeerd gezag’ van bestuurders is daarom ongepast: in de strijd tegen de gevolgen van de gaswinning, had dit ‘gezag’ de burgerbeweging meer dan nodig. Het zou hen sieren meer respect te tonen voor die bewoners die zich zó hebben ingezet en die dit nog steeds doen.