Om het immateriële leed van gedupeerde Groningers te compenseren start binnenkort de procedure voor het aanvragen van de immateriële schadevergoeding voor gedupeerde Groningers. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) keert deze vergoeding uit, en heeft de testfase voor de procedure onlangs afgerond.
De GBB heeft in de beginfase van de ontwikkeling een voorstel voor de opzet van een dergelijke regeling voorgelegd. Daar is niets mee gedaan. in het afgelopen jaar hebben we kennis genomen van de benadering binnen het IMG van de bepaling van de immateriële schade van de gedupeerden door de gaswinning, en we hebben hierop in de bilaterale overleggen met het IMG steeds kritisch gereageerd. Dit betrof vooral de hoogte van de uit te keren vergoedingen en de meetmethodiek van het beoogde instrument, dat in de visie van de GBB geen meetinstrument is, maar een classificatie van de groep van bewoners. De GBB schreef al eerder over de immateriële schadevergoeding in de 17eGBB-krant, zoals je hier kunt lezen.
In een onlangs verstuurde brief heeft de GBB het IMG wederom gewezen op een aantal tekortkomingen van het instrument ter bepaling van de immateriële schadevergoeding, waaronder het niet meewegen van het ‘te duchten levensgevaar’ bij het vaststellen van de vergoeding. Tot op heden heeft de GBB echter geen reactie hierop ontvangen. Meer dan eens merkt de GBB dat er onvoldoende inzichten en ervaringen van maatschappelijke organisaties worden betrokken bij besluitvorming en vaststelling van generieke regelingen.
Je kunt de strekking van de kritiek van de GBB op de immateriële schadevergoeding hier lezen.