Gedupeerden in Groningen kunnen gederfd woongenot als schade claimen

Ruim een jaar geleden stelde de Aardbevingskamer van de rechtbank Noord-Nederland prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. De Hoge Raad is de hoogste rechter op het gebied van civiel, straf- en belastingrecht. Zij beantwoordt ook vragen over de uitleg van rechtsartikelen.

De door de rechtbank Noord-Nederland voorgelegde vragen gaan over de aansprakelijkheid van de Staat voor schade als gevolg van de gaswinning, de soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen en hoe ver het tegenbewijs moet gaan om het bewijsvermoeden (omkering bewijslast) te kunnen weerleggen.

Op 19 juli gaf de Hoge Raad antwoord op prejudiciële vragen over aardbevingsschade Groningen. Belangrijkste uitspraken zijn:

  • De Nederlandse Staat had in ieder geval vanaf 1 januari 2005 op de hoogte moeten zijn van de risico’s van de gaswinning. Of de Staat aansprakelijk is, sluit de Hoge Raad niet uit, maar wordt aan het oordeel van de rechter overgelaten. De vraag is of de Staat voldoende maatregelen heeft genomen om risico’s te voorkomen.
  • Het bewijsvermoeden is alleen te weerleggen als bewezen wordt, of voldoende aannemelijk gemaakt, dat gaswinning niet de oorzaak is. De Hoge Raad hanteert een iets ander criterium als de technische commissie van de TCMG voor het ontkrachten van het bewijsvermoeden. Dit zal echter in de praktijk weinig verschil maken.
  • Immateriële schade, zoals geestelijk letsel, wordt toegekend. Je moet het wel kunnen aantonen en dat is bijna niet te doen.
  • Gederfd woongenot wordt als schade gezien. Dit kan berekend worden middels virtuele gederfde huurinkomsten.
  • Waardevermindering kan pas worden vastgesteld op het moment dat de bodem tot rust is gekomen. De rechter kan wel een voorschot toewijzen. Dit oordeel sluit niet uit dat een regeling kan worden getroffen voor een tegemoetkoming, uitkoop of garantie, zoals de waardeverminderingsregeling waar minister Wiebes momenteel aan werkt.

Winst van deze uitspraak

Op meerdere punten is deze uitspraak winst voor Groningen. Ten eerste staat nu juridisch vast dat de Staat niet zonder meer onder haar aansprakelijkheid uit kan komen met het argument dat niet zij, maar de NAM de exploitant is. Ten tweede is helder geworden dat ook andere schades dan schade aan gebouwen voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Verder is er meer duidelijkheid over wat de eisen zijn aan de NAM om het bewijsvermoeden te weerleggen. Tot slot is een belangrijk winstpunt dat een groot aantal rechtszaken tegen de NAM, die vanwege deze vragen kwamen stil te liggen, nu weer opgepakt kunnen worden.

Voor wie de gehele uitspraak wil lezen, zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2019:1278

Door de volharding van Nicolette Marié de Kler en haar gezin ligt nu deze baanbrekende uitspraak van de Hoge Raad op tafel. Bedankt daarvoor!