Bent u voor of tegen meer gaswinning in Groningen? Terwijl Oekraïners en Russen dealen met vragen als ‘hoe breng ik mijn kinderen in veiligheid?’ en ‘moet ik als jonge man nu verplicht meevechten?’ kunnen Nederlanders via online opiniepeilingen een standpunt innemen over de gaswinning in Groningen. De antwoorden zijn hierbij gereduceerd tot een behapbaar ‘ja’ of ‘nee’.
We zijn het erover eens dat er harde sancties tegenover Rusland moeten komen. Mark Rutte ‘bekijkt de mogelijkheden’ voor de opvang van de vluchtelingenstroom. En we hebben het over datgeen waar wij westerlingen misschien gelijk iets van gaan voelen; stijgende olie- en gasprijzen, en de mogelijke oplossingen hiervoor. We moeten immers te allen tijde onze eigen belangen niet uit het oog verliezen. Oja! Dat is waar ook, wij hebben tenminste nog een groot gasveld tot onze beschikking! We hebben voor miljarden euro’s aan gas in onze bodem liggen!
De Groninger gaskraan open? Hier en daar wordt de suggestie gedaan. We zien dit standpunt de afgelopen dagen voorbijkomen, in columns, in landelijke praatprogramma’s en dus via ‘online polls’. Wat opvalt is dat deze mening vaak verkondigd wordt door iemand van buiten Groningen. Wat óók opvalt is dat deze suggesties summier onderbouwd worden. Zo werd er aan tafel bij Op1 gezegd dat de schadeafhandeling in Groningen beter geregeld kan worden door meer geld beschikbaar te stellen, want ‘we kennen allemaal de rijen in Groningen’. Deze tafelheer was voor het gemak zeker vergeten dat deze rijen niets met de schadeafhandeling in Groningen te maken hadden? Om zijn boodschap kracht bij te zetten strooit hij met termen als Staatstoezicht op de Mijnen, het Instituut Mijnbouwschade Groningen en noemt hij een aantal cijfers. De gemiddelde Nederlander zegt het niet veel, maar deze man lijkt zijn standpunt goed te kunnen onderbouwen!
Ook in de weekendeditie van de Volkskrant lezen we in een column de juiste oplossing voor het gasprobleem. Eureka! Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan? Eerst wordt de retoriek van Rutte bekritiseerd, en dan komt het briljante idee om de gaskraan open te draaien en voor Groningen een ‘gasfonds’ op te richten. Want ‘zo kan de Groninger zonder oeverloos bureaucratisch geneuzel zijn huis fiksen’. In welke fantasiewereld leeft deze columnist om te denken dat een nieuw fonds van 100 miljard geen bureaucratisch geneuzel oplevert? Heeft hij gekeken naar hoe ‘soepeltjes’ de verdeling van het geld uitpakte binnen het bestuursakkoord Groningen en het Nationaal Programma Groningen? En waar dacht deze beste columnist de aannemers en de bouwmaterialen vandaan te halen om die huizen binnen afzienbare tijd te ‘fiksen’? De gaskraan is dan immers weer open, dus haast is geboden.
Ongefundeerde standpunten wisselen elkaar af. We hebben een dozijn aan holle meningen tot onze beschikking. Spreekt een mening ons aan, dan zorgen we ervoor dat het als een lopend vuurtje verspreid wordt onder onze medestanders. Retoriek en stemmingmakerij vieren hoogtij. Wereldleiders maken hiervan gretig gebruik en weten op deze wijze bijvoorbeeld een oorlog uit te lokken. Het eindresultaat? Alleen maar verliezers.
Het gaswinningsprobleem in Groningen is geen financieel probleem, dat op te lossen valt met meer geld. Het is een veiligheidsprobleem. Groningers leven in een onveilige situatie omdat de kans op een zware beving door de mijnbouw reëel is. Nog altijd zijn veel huizen in het aardbevingsgebied hier niet tegen bestand, ook al probeert de overheid dit al jaren te veranderen. Laten we ook niet vergeten dat het opendraaien van de Groninger gaskraan niet zorgt voor dalende gasprijzen. Deze prijs wordt bepaald door de gasmarkt. Een markt waar hoogcalorisch gas verhandeld wordt. Het Groningerveld beschikt over laagcalorisch gas. Dat wordt niet ‘vermarkt’. Zomaar een aantal ‘details’ binnen het gasdossier die in de retoriek van vandaag vergeten worden.
Als we het bij de feiten houden dan komen we tot de conclusie dat er voor de complexe energietransitie en geopolitieke ontwikkelingen van nu helaas geen simpele oplossingen zijn. En dat is een hard gelag.
Deze tekst verscheen ook als opiniestuk in Dagblad van het Noorden.