Groninger Bodem Beweging vraagt verzwegen rapport op

Vorig weekend werd bekend dat in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) technische berekeningen zijn uitgevoerd.  Daaruit blijkt dat huizen die volgens de gebruikte HRA-methodiek veilig zouden zijn, dit in werkelijkheid niet zijn. Daarom heeft de Groninger Bodem Beweging op 8 november bij het Ministerie van Economische Zaken en de NCG het betreffende rapport en correspondentie die daarop betrekking heeft opgevraagd, met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB).
De GBB is van mening dat dergelijke belangrijke informatie niet binnenskamers mag blijven.

Op vrijdag 2 november is het Plan van Aanpak voor de versterking van onveilige woningen in het gaswinningsgebied gepresenteerd. Dit plan is gebaseerd op de zogenaamde HRA-methodiek, een methode waarbij op basis van statistiek bepaald wordt welke woningtypes onveilig zijn en in welke volgorde en tempo ze aangepakt worden. De GBB heeft kritiek geleverd op deze statistische wijze van selectie, omdat deze methode niet in staat is individuele woningen te bepalen. Zij is van mening dat alle woningen in het risicogebied zo snel mogelijk geïnspecteerd moeten worden. Alleen op die wijze krijgen de bewoners duidelijkheid op de vraag of hun woning veilig is.

In opdracht van de NCG zijn onafhankelijk en door derden technische berekeningen uitgevoerd aan woningen die volgens de HRA-methodiek veilig zouden zijn. Dat blijken ze in geen geval te zijn. Deze uitkomst bevestigt de kritiek van de GBB op de HRA-methodiek. Er is alle reden om dit onderzoek, dat niet in de planvorming betrokken is geweest, aan het licht te brengen. Het gaat om de veiligheid van de inwoners van Groningen.