De grondhouding van Holland ten aanzien van Groningen; opmaat voor een ‘Dutch Disease 2.0’
Ik ben een Groninger. Wel ‘import’ (ik ben hier niet geboren). Maar net als de autochtone Groninger houd ik van onze provincie met haar weidse landschap; rust in ruimte.
Deze provincie met haar Stad (Groningen) en de Ommelanden (het platteland), wordt overspannen door een imponerend, steeds veranderend hemelgewelf. Onder dit hemeldak ligt, aan de Waddenzee – een Unesco werelderfgoed – het decor van één van de oudste cultuurlandschappen van Europa. Wierden (terpen) en maren, tonen en verbergen hier honderden, soms duizenden jaren van menselijke geschiedenis.
Naast het landschap en de luchten vraagt in de recente geschiedenis een andere dimensie dominant de aandacht op: het fenomeen dat onder onze voeten, onder onze huizen schuilt: de aarde.
Wanneer de Romein landrot Plinius de Oudste deze contreien een eeuw na het begin van onze jaartelling bezoekt, kan hij zich niet voorstellen dat er in dit moerassig gebied mensen kunnen wonen. Hij vraagt zich af: ‘Bevind ik mij op zee of op land?’
Zo’n duizend jaar later zullen monniken dit door Plinius opgemerkte vreemde gebied langzamerhand veroveren op de zee. Achter kleine dijkjes verschijnen polders. Land wordt gewonnen en kan worden bewerkt.
In de loop van de eeuwen worden dijken verzwaard en verhoogd. Iedereen behoudt droge voeten.
Honderden jaren nadat de ijverige monniken in Groninger kloosters hun thuis vinden, laten herenboeren vanuit hun statige boerderijen de zeer vruchtbare gronden van Groningen bewerken. De aarde neemt niet alleen meer, maar geeft nu ook. En gul.
De heersers over de Groninger bodem, de vroegere herenboeren, worden in onze tijd opgevolgd door ‘gasboeren’; een boer die boert en boort in onze diepe bodem, de diepe ondergrond.
En ook deze ondergrond verbergt, net als bodem aan het oppervlak, veel historie. Niet onze ‘mensen’ geschiedenis, maar miljoenen jaren van planten- en dierenlevens, samengeperst tot olie en gassen.
Wisten de herenboeren nog hoe ze hun bodem moesten bewerken en hoe deze bodem door hun handelen uitgeput kan raken; voor de hedendaagse gasboer (Shell, ExxonMobile en de Staat) is dit helemaal geen issue. Voor hen is de diepe ondergrond als een goudmijn, waarin het naar bovenhalen van dit ‘gemakkelijke geld’ ten koste van alles voorrang heeft.
Zie hier de equivalent van de Amerikaanse goudkoorts: de Groninger gaskoorts. Een koorts die in de jaren zeventig snel uitgroeit in de internationaal beruchte Dutch Disease (Hollandse Ziekte). In een notendop: door de gasopbrengsten steeg de waarde van de (toen nog) gulden. Dit zorgde ervoor dat de burgers meer (goedkopere) producten uit het buitenland ging halen. Daar leed op haar beurt onze nationale industrie onder. Dit zorgde voor een grotere werkloosheid.
Deze Dutch Disease is nu geëvolueerd. Van een fenomeen waarbij gaswinning voor de Nederlandse economie onbedoeld nadelige gevolgen had (Dutch Disease 1.0) is het verworden tot een ziektebeeld waarbij gaswinning als en soort virus huishoudt. Dit virus is nu destructief actief in Groningen en zal er straks voor zorgen dat, door het gebrek aan ‘holistisch’ en langer termijn blik van onze Staat, de wereld de internationale term ‘Dutch Disease 2.0’ gaat bezigen. Hiermee wordt dan aangeduid dat de gasboeren – de innige samenwerkende aan het gas verslaafde Nederlandse staat met haar gasdealers (Shell en ExxonMobile) – er voor hebben gezorgd dat er een landsdeel (Groningen) onomkeerbaar is opgeofferd aan instant gasgewin en er tegelijkertijd onvoldoende gasbaten zijn gereserveerd om de noodzakelijke energietransitie te realiseren.
Het klimaat verandert. Een zeer snelle overgang naar niet fossiele energie is nodig. Het water komt weldra tot aan de lippen! Ook bij de – nog niet wakkere – Randstedelingen!
Maar dit mag de Randstedeling niet verbazen. Ook zij moeten het gedrag van de hedendaagse politiek bemerken; een grondhouding die aardig in de buurt komt van de welbekende zegswijze: ‘Na ons de zondvloed’ …
Ik ben er zeker van dat dan ook door Randstedelingen – die zich straks moeten afvragen of ze nu op land of op zee leven… – verlangd zal worden naar betrouwbaar en gedegen monnikenwerk…cq een andere politiek.
En dan is het helaas al te laat!
Derwin Schorren
Vicevoorzitter Groninger Bodem Beweging (GBB)