IMG trekt te snel conclusies: diepe bodemdaling wél mogelijke oorzaak van gebouwschade 

Vier buitenlandse, onafhankelijke deskundigen hebben de onderzoeken van TNO naar de directe effecten van diepe bodemdaling en dat van Deltares naar de indirecte effecten kritisch beoordeeld in een peer review. De conclusie luidt dat het TNO-onderzoek onvoldoende geloofwaardig is. De onafhankelijk deskundigen sluiten niet uit dat diepe bodemdaling als gevolg van mijnbouw leidt tot schade aan gebouwen. Zij zijn van mening dat op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden er te snel conclusies getrokken zijn.  

Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) gaf opdracht tot de onderzoeken van TNO en Deltares en gebruikte de uitkomsten voor haar nieuwe schadebeoordelingssystematiek van zomer 2021. De GBB pleit ervoor dat de wijzigingen van vorig jaar teruggedraaid worden en dat schades die om die reden afgewezen zijn herbeoordeeld worden. 

Vier Italiaanse wetenschappers op het gebied van geotechniek, schade aan gebouwen en geohydrologie hebben de in opdracht van het IMG uitgevoerde onderzoeken van TNO en Deltares kritisch tegen het licht gehouden in een zogenaamde peer review. Met name het rapport van TNO moet het daarbij ontgelden. De onderzoekers concluderen namelijk dat de conclusie dat diepe bodemdaling niet kan leiden tot schade aan gebouwen gebaseerd is op onderzoeken en gegevens waarvan de (statistische) betrouwbaarheid onbekend is. Verder concludeert het team dat voor metselwerk en funderingen niet uitgegaan is van ‘worst case’ omstandigheden. Daarmee, concluderen de wetenschappers, kan eerder schade optreden door diepe bodemdaling of door cyclische bodembeweging op en rond gasopslagen, dan door TNO aangegeven. Het rapport van Deltares krijgt wel een voldoende van de wetenschappers. 

Beide rapporten liggen ten grondslag aan de inperking van het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is en aan de nieuwe beoordelingssystematiek van het IMG dat in de zomer van 2021 is ingevoerd. Sindsdien worden, met name in de randgebieden, meer schades afgewezen. Dat komt door de inperking van het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is, en door de prominente plek die de trillingstool bij de beoordeling van schades in de randgebieden heeft gekregen. De redenering van het IMG was immers dat als TNO zegt dat door diepe bodemdaling geen schade kan optreden, slechts bodemtrilling overblijft als schade-oorzaak. 

De GBB constateert dat het IMG onvolledig wetenschappelijk onderzoek heeft ingezet om het wettelijk bewijsvermoeden in te perken en de schadeafhandeling minder ruimhartig uit te voeren. Groningers strijden al jaren voor een faire afhandeling van schade. Zij moeten goed en doelgericht geholpen worden, ongeacht de uitkomst van (een van de vele) wetenschappelijke onderzoeken. Het wettelijk bewijsvermoeden is er niet voor niets: het moet een last van de schouders van Groningers halen! Het IMG maakt de schadeafhandeling onnodig ingewikkeld en juridificeert problemen waar Groningers dagelijks mee te maken hebben.

Daarom pleit de GBB ervoor dat: 

  1. de inperking van het gebied waar het bewijsvermoeden van toepassing is per direct ongedaan gemaakt wordt; 
  1. de in de zomer van 2021 ingevoerde beoordelingssystematiek zodanig herzien wordt dat diepe bodemdaling ook een plek krijgt als mogelijke schade-oorzaak; 
  1. de prominente plek van de trillingstool in de beoordeling van schades afgeschaft wordt;
  1. de meldingen die op grond van de huidige systematiek zijn afgewezen voor herbeoordeling in aanmerking komen.