Yvonne Morselt ging samen met haar man een gigantisch zakelijk project aan: het hervatten van de restauratie van een monumentale boerderij. Hun Rijksmonument werd verbouwd tot een woon-werkpand. Het idee was om het geheel te verkopen tegen de tijd dat ze met pensioen konden. Prima investering dus. Maar helaas, niets is minder waar. Op vergoeding van fysieke aardbevingsschade na, zijn er verder geen regelingen voor MKB’ers.
Het MKB zelf is verdeeld: er spelen namelijk meerdere belangen mee. Hoeveel invloed heeft bekendmaking van de problemen op het imago en weegt dan de aardbevingsschade nog wel op tegen de imagoschade? Anders dan bij particulieren zijn er enorme bedragen mee gemoeid. Het gaat immers niet alleen om scheuren in vaak dure bedrijfspanden, maar ook om bijvoorbeeld omzetverlies. Daarnaast is het probleem veel complexer: het ene MKB-bedrijf is het andere niet. Om deze redenen zijn MKB-schades tot op de dag van vandaag een onderbelicht thema binnen het gasdossier. Maar als het aan Yvonne ligt komt daar snel verandering in.
“Het was een schoolvoorbeeld voor herbestemming: een monumentale boerderij getransformeerd tot een gebouw met multifunctionele bestemming. Van het voorhuis maakten we een woning en de schuur deelden we tweeledig in: beneden praktijk-winkelunits en boven gastenverblijven voor erfgoedlogies, ook geschikt voor permanente bewoning. Na twee flinke verbouwingen was het pand in 2004 helemaal gereed. Maar tegen de tijd dat de 65 in zicht kwam en we ons woon-werkpand in de verkoop deden, ontstond de eerste aardbevingsschade (2012). Na lang gesteggel met de NAM en geen potentiële kopers is het pand uiteindelijk in 2016, zonder afgehandelde schadevergoeding en dus met schade, ver beneden de waarde verkocht.”
Pilot niet bedoeld voor het vergoeden van schade
De NAM had een waarderegeling, dus compensatie zou vast goed komen. Helaas, weer liep het echtpaar tegen problemen aan: de waarderegeling gold alleen voor woonhuizen. Gelukkig konden ze meedoen met een pilot van de NAM. Dat mondde opnieuw uit in teleurstelling:
“We deden mee aan een pilot voor bedrijven om onze waardedaling te bepalen. We waren in de veronderstelling dat het over onze eigen schade zou gaan. Gaandeweg bleek dat de pilot helemaal niet bedoeld was voor het vergoeden van schade, maar om erachter te komen wat een goede waarderegeling zou zijn voor bedrijven, zoals die ook voor huizen opgetuigd was.”
Onnavolgbare berekeningen
“Na taxatie bleef het heel lang stil. Ruim een jaar lang hoorden we niets. De uitkomst van het taxatierapport was erg verrassend: er werd geen/nauwelijks waardedaling vastgesteld voor de bedrijven. Als er al sprake was van een kleine waardedaling, dan kwam dat omdat er ook een woonhuis bij het bedrijfspand zat. We ontvingen een voorstel voor een minimale compensatie, daar zijn we niet op ingegaan. De taxatiemethode was onduidelijk en niet conform de richtlijnen van de branchevereniging van makelaars en taxateurs. Er werden onnavolgbare berekeningen en persoonlijke opvattingen gebruikt. Bovendien stond de uitkomst in geen enkele verhouding tot de feitelijke schade na verkoop.”
Dat er geen waardedaling voor bedrijfspanden was, leek Yvonne stug. Dus ging ze op zoek naar andere mogelijkheden om het onrecht aan te vechten:
“Die uitkomst leek ons volstrekt onwaarschijnlijk. We zijn toen met een eveneens getroffen collega op zoek gegaan naar mogelijkheden om ons recht te halen, bijvoorbeeld door naar de arbiter te gaan of een rechtszaak aan te spannen. Maar beoordeling door de arbiter bleek niet mogelijk voor MKB’ers.”
Ondertussen betreedt minister Wiebes het toneel. Het lijkt er dan op dat de zaak via het publiekrecht geregeld kan gaan worden. Maar dat is inmiddels alweer twee jaar geleden. De wet is wel bekrachtigd door de Tweede- en de Eerste Kamer, maar verdere uitwerking moet nog plaatsvinden. Wanneer dat gebeurt, is volstrekt onduidelijk.
“Wij zitten al twee jaar met een advocaat in de aanslag. Maar het lijkt erop dat de rechtbank, in het kader van de overheveling naar het publieke domein, rechtszaken over dit onderwerp vertraagt, wellicht door het handelen van de advocaten van de NAM. Dus nu wachten wij op de omzetting van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) naar het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Want minister Wiebes zei in de Kamer dat ook vermogensschade geclaimd kan gaan worden bij dat IMG, mits het niet eerder is beoordeeld door de NAM. Dat is dus iets wat bij uitstek geldt voor de nevenschade van bedrijven.”
“Hoe dan ook, we zetten door. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar ook voor diegenen die dat om wat voor reden dan ook niet kunnen. Bijvoorbeeld ondernemers die door de waardedaling hun hele pensioen hebben zien verdampen. Het is onrecht, en dat moet je bestrijden!”
Dit artikel verscheen eerder in de 14e GBB-krant.