Op 29 maart presenteerde minister Wiebes zijn beleidsvoornemens over de gaswinning in Groningen in zijn Kamerbrief over gaswinning Groningen .De Groninger Bodem Beweging beschouwt het als een overwinning dat de minister onze belangrijkste standpunten heeft overgenomen.
Gas terug
De minister wil de gaswinning in uiterlijk 2022 terugbrengen naar 12 miljard kuub, het niveau dat door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) in 2013 is aangemerkt als “veilig”. Met aanvullende maatregelen (ombouw 53 grootgebruikers en plaatsing stikstofinstallatie) wordt in dat jaar zo mogelijk al een niveau van 4 miljard kuub bereikt en – als alles lukt – is de gaswinning dan teruggebracht naar een verwaarloosbaar niveau. Dat is een historische beslissing, want dat betekent dat na zeventig jaar de gaswinning uit het Groningenveld definitief beëindigd wordt.
Er blijft dan nog circa 500 miljard kubieke meter gas (€ 50 miljard) in de grond zitten. Eerdere plannen om tot 2080 door te gaan met winnen (winningsplan NAM 2016) zijn hiermee definitief van de baan. Aan kernpunt 1 van de GBB-visie wordt hiermee invulling gegeven.
Inmiddels heeft de minister opdracht gegeven om de effecten van de verminderde gaswinning op bodembeweging in kaart te brengen. Er is nog veel onduidelijkheid over of en zo ja in welke mate nog aardbevingen zullen optreden als het gaswinningsniveau naar 12 of naar 0 gaat. Deskundigen in binnen- en buitenland spreken elkaar tegen op dit punt. De GBB heeft er onlangs in een gesprek met SodM op aangedrongen om een dergelijk onderzoek in gang te zetten, omdat onduidelijkheid hierover elke discussie over de voordelen van een verminderde gaswinning vertroebelt. De resultaten van dit onderzoek moeten medio dit jaar bekend zijn.
Pas op de plaats
Vervolgens stelt Wiebes dat hij een pas op de plaats wil maken met de versterkingsopgave. Hij erkent dat onveilige huizen versterkt moeten worden, maar meent ook dat Groningen Groningen moet blijven en massale sloop van woningen tot een enorme maatschappelijke ontwrichting leidt. De minister sluit zich hiermee aan bij ons standpunt zoals verwoord in ons commentaar op de MJP brief van 21 november 2017 van de Nationaal Coördinator Groningen. De financiële prikkel voor de minister is in dit geval dat als de versterkingskosten hoger zijn dan de aardgasbaten, de winning niks meer oplevert.
Tot slot schrijft Wiebes dat het kabinet overweegt om voor de toekomst van Groningen een substantiële, meerjarige bijdrage in te stellen. Een bijdrage die niet afhankelijk wordt gesteld van de gasbaten, zoals in het regeerakkoord staat, en evenmin gekoppeld is aan de versterkingsopgave. In een opiniestuk onlangs in het Dagblad van het Noorden pleitte de GBB al voor dat laatste.
Onwennig, maar niet klaar…
Het voelt wat onwennig om ineens onze belangrijkste kernpunten verzilverd te zien door het kabinet. Wat dat betreft zijn de ontwikkelingen in de afgelopen maanden razendsnel gegaan. Het begon met de besprekingen rond het nieuwe schadeprotocol, waarin onze belangrijkste punten vrijwel allemaal zijn opgenomen, gevolgd door de verbeterde afwikkeling van de oude schadegevallen, en nu dit. Misschien is het een kwestie van wennen voor ons Groningers:
“Wij wisten wel dat we gelijk hadden, maar nu erkent Den Haag het!” Dat zijn we al die jaren niet gewend geweest!
Zijn we er dan nu? Nee, zeker niet. Daadwerkelijke veiligheid bereiken we pas bij de volledige stopzetting van de winning. De GBB zal dan ook met alle middelen doorstrijden om dat nóg eerder te bereiken! Ook blijven wij hameren op een eerlijke compensatie voor de regio om bij te dragen aan verduurzaming en werkgelegenheid in Groningen. Versterking van onveilige huizen en openbare gebouwen moet doorgaan. Echte veiligheid krijgen we pas bij 0 gaswinning en tot die tijd zal versterking nodig blijven. Bij monumentale en beeldbepalende panden mogen financiële criteria geen doorslaggevend criterium zijn voor sloop. En tot slot: vermindering van de gaswinning in het Groningenveld mag geen excuus zijn om tientallen kleine velden (versneld) leeg te pompen; zeker niet met gebruikmaking van fracking.
Kortom: we blijven de gaswinning, de gevolgen voor gedupeerden en de maatregelen van de overheid kritisch volgen, te hameren op verbeteringen en, waar nodig, de strijd voort te zetten.
Niettemin smaakt de overwinning zoet!