Stichting Het Groninger Landschap is vanaf 1936 actief met het beschermen van landschap, natuur en erfgoed én met het vergroten van het maatschappelijk draagvlak daarvoor. Inmiddels beheert zij een oppervlakte van bij elkaar meer dan 16.000 voetbalvelden. De laatste jaren speelt erfgoed een steeds grotere rol. De stichting beschikt nu over zo’n 40 rijksmonumenten en 18 molens.
Wij spraken met Hugo Dokter, hoofd erfgoed, over de gevolgen van de bevingen voor de monumenten in Groningen.
“Wij hebben een soort vangnetfunctie. Als de markt het kan oplossen, laat de markt het oplossen. Als wij iets doen dan moet het een relatie hebben met het landschap én we moeten het duurzaam vol kunnen houden. Kopen doen we doorgaans niet, het wordt ons gegund en mogelijk gemaakt door een erfenis of een bruidsschat”.
Zoals de steenfabriek Rusthoven in Wirdum met de bijzondere ringoven. Een nalatenschap maakt restauratie, toekomstig onderhoud en exploitatie mogelijk. Andere voorbeelden zijn Boerderij De Haver (Onderdendam) , Plaats Melkema (Huizinge) en de Occo Reintiesheerd (Stedum). Alle drie door de NAM leeg opgekocht met veel bevingsschade en in 2016 aan het Groninger Landschap aangeboden door de NAM. “In die tijd hadden we al gekeken met een architect hoe je met dit soort grote volumes zou kunnen omgaan. Het stenen voorhuis is meestal zwaar aangetast door bevingen, maar achter in het schuurgedeelte kan dankzij de houten flexibele constructie veel meer.” Daar kan een woongedeelte worden gerealiseerd wat weer bijdraagt aan de exploitatie. En als er dan ook een bruidsschat voor de restauratie en voor het onderhoud in de komende 30 jaar meekomt, dan wordt het haalbaar. “Zo konden we deze drie monumenten van de NAM overnemen en behouden voor de toekomst. Met respect voor het monument kun je zo onder de kap veilig wonen. Het voorhuis slopen en weer opbouwen is niet aan de orde. We laten het voorlopig met rust tot betere tijden zonder bevingen. Dan zien we verder hoe dat zonder ingrijpende versterking weer in goede staat is te brengen.”
Voor een particuliere woning is dat geen optie. “Je woont daar. Wij kunnen er anders mee omgaan. Wij hebben de tijd en ooit komt het weer goed. Je moet behouden wat je kunt behouden en pas als het echt niet meer kan, moet je het aanpakken.”
Schade is altijd complex. Het is meestal een mengeling van achterstallig onderhoud, bijzondere constructies, bevingsschade en versterking. “Lastig om te ontrafelen. Volgens ons moet je dat ook niet doen.” Een enkele keer lukt zo’n integrale aanpak zoals met Villa Barmershoek in Doodstil. “Kijken met een goede constructeur en gezond verstand resulteerde in maatwerkoplossingen zoveel mogelijk uit het zicht. Met onze restauratiearchitect in the lead en een NCG die over de schouder meekijkt.”
Ook dat was rond 2016. Inmiddels lijken dit soort projecten verleden tijd. De NAM heeft haar opgekochte vastgoed overgedragen aan het Woonbedrijf Aardbevingsgebied. Zonder bruidsschat is het voor het Groninger Landschap onmogelijk om daar iets mee te doen. “Voor het erfgoed is dat een risico, nu ze zo in de markt zijn gezet. Het zou de NAM gesierd hebben als ze ook nu haar verantwoordelijkheid had genomen.”
Al met al wordt het steeds stroperiger. Hoe kleiner de schade hoe meer gedoe. “Nu met de borg Ewsum zijn we beland in de systemen waar iedereen mee te maken heeft. Nauwelijks of geen ruimte voor maatwerk, geen integrale aanpak. Steeds meer gaat het over het van te voren uitsluiten van alle risico’s en is het uitsluiten van juridische aansprakelijkheid leidend met procedures die niet passen bij monumentenherstel.”
En wat blijft storen: “Het wantrouwen tegen burgers. Ze doen alsof die er een slaatje uit zouden willen slaan. Wie heeft het nu eigenlijk stuk gemaakt?”
“Ik zie met lede ogen aan hoe voor een aantal monumenten in particulier bezit geen fatsoenlijke oplossing wordt gevonden. Dat is slecht voor de mensen zelf én voor de leefbaarheid in een dorp en de omgeving.”
Dit artikel verscheen eerder in de 18e GBB-krant.