Verse spaghetti
Zoals bekend is de verantwoordelijkheid voor de veiligheid verkast van de NAM naar de minister van EZK (Economische Zaken en Klimaat). Het is ook de bedoeling dat de NAM uit de procesorganisatie van de versterking gaat (zij deed dit al bij de schadeafhandeling).
Het CVW (Centrum Veilig Wonen) dat tot nu toe de versterking uitvoert, samen met de NCG (Nationale Coördinator Groningen) die de opdrachten gaf, staat nog onder contract bij de NAM. De spelregels van de uitvoering werden door de NAM bepaald, die ook betaalde.
En wie betaalt, bepaalt, zo bleek keer op keer.
De minister van EZK heeft nu tot een regeling besloten die het versterkingsproces anders vormgeeft: het Besluit versterking gebouwen Groningen. Deze is in de Ministerraad van 17 mei afgetikt. De belangrijkste doelen zijn: de invloed van de NAM terugbrengen, de regio meer invloed geven bij de planning, en de afhandeling van de versterking onder het bestuursrecht brengen.
Zo krijgt de eigenaar het recht van bezwaar en beroep indien hij het niet eens is met de besluiten die over zijn woning worden genomen.
Het is de bedoeling dat de nieuwe regelgeving de versterking versnelt en dat de bewoner meer centraal komt te staan. Maar is dat ook zo?
Laten we het proces eens doorlopen vanuit het perspectief van een bewoner.
Het eerste probleem ontstaat al als je huis op basis van de modelberekeningen van de NAM
(het HRA is de basis!) geen verhoogd risico heeft. Ook al heeft niemand je huis geïnspecteerd – en men dus ook niet weet dat je er twee muurtjes uit hebt gesloopt om een grotere woonkamer te krijgen, iets wat het instortingsgevaar bij een zware beving aanzienlijk kan vergroten – wordt het huis dus impliciet veilig verklaard. Een certificaat van veiligheid krijg je echter niet. Men wil later geen aansprakelijkheid voor als het toch mis gaat.
Maar goed, volgens de nieuwe regeling, kun je alsnog om een opname/inspectie verzoeken.
Voor dergelijke verzoeken is een protocol in de maak. Omdat ze bang zijn dat iedereen zo’n verzoek gaat indienen, vertragen ze de afhandeling door een prioriteitsvolgorde aan te brengen: sommige huizen komen eerst aan beurt, de rest moet wachten.
Stel het zit mee. Dan wordt je huis – in opdracht van de uitvoeringsorganisatie (UO, de voortzetting van de NCG) – na een wachttijd grondig geïnspecteerd en na een nog langere wachttijd, die op kan lopen van een half tot een heel jaar, doorgerekend door ingenieurs op constructieve sterkte. De wachttijd is het gevolg van een tekort aan ingenieurs. De UO – die wordt beheerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) – moet zorgen voor voldoende capaciteit, die er echter niet is. De UO moet vervolgens de schaarse capaciteit verdelen over alle aardbeving gemeenten die elk een Plan van Aanpak (PvA) voor de versterking moeten maken.
Zo’n plan wordt opgesteld door een Lokale Stuurgroep in de gemeente.
Of je huis bij de doorrekening wel of niet als veilig uit de bus komt, wordt bepaald door een sterktenorm, de norm die nu geldt is de zgn. NPR 9998:2018. Voldoet je huis niet aan deze norm, dan wordt je huis onveilig verklaard en moet worden versterkt. Elk jaar wordt er een nieuwe norm ontwikkeld. Dus als je heel lang moet wachten op een beoordeling dan geldt wellicht de NPR 9998:2022.
Het besluit of je huis veilig is, het zogenaamde normbesluit, wordt genomen door de Tijdelijke Commissie Versterking (TCV). Dit is een onafhankelijke commissie van voornamelijk juristen en technici, vergelijkbaar met de TCMG. Het is ook de bedoeling dat uiteindelijk de TCV en de TCMG onder één dak komen. Beide vallen onder het beheer van het ministerie van EZK.
De TCV beslist over meer dan veiligheid. Ze doet ook uitspraken over het soort maatregelen die bij je huis moeten worden genomen, hoeveel het ongeveer mag kosten en hoelang het ongeveer mag duren voordat het huis is versterkt. Dit alles is wat vaag omschreven in het besluit, wat kan leiden tot onduidelijkheid, meningsverschillen en veel vertraging. Als je het om wat voor redenen ook niet eens bent met het besluit van de TCV, kun je bezwaar aantekenen bij de commissie bezwaar en daarna nog in beroep gaan. De verwachting is dat vooral mensen bezwaar aantekenen tegen de uitspraak dat je huis veilig is. Dan wordt er gekeken of alles goed is uitgerekend. Als je niet wilt dat je huis wordt verstevigd, kun je dat zeggen en dan slaan ze je over.
Stel de TCV beslist dat je huis onveilig is. De UO krijgt dan een seintje maar ook de gemeente waar je in woont, in het bijzonder de Lokale Stuurgroep. De laatste moet jouw huis in het PvA opnemen. Dit PvA wordt vastgesteld door de gemeenteraad van de betreffende gemeente. Vervolgens moet het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), het plan nog goedkeuren.
Deze let hierbij op efficiëntie en met name of de meest risicovolle huizen voorrang bij de versterking krijgen.
Belangrijk is dan wanneer je in de planning aan beurt komt. Er is namelijk ook schaarste aan bouwcapaciteit. Bovendien kun je nu eenmaal niet met alle huizen tegelijk beginnen. De Lokale Stuurgroep maakt dus een volgorde die af zal hangen van urgentie, samenhang tussen woningen, de logistiek van de operatie en de omvang van de maatregelen per huis. Men kan er voor kiezen snel meters te maken en te beginnen met hele wijken maar soms is het urgent dat er bij bepaalde huizen snel ingegrepen wordt, wat ook sloop kan inhouden.
De Lokale Stuurgroep geeft vervolgens de UO opdracht het PvA volgens planning uit te voeren. Qua wachttijd ben je overgeleverd aan achtereenvolgens: wanneer jouw huis in het PvA aan beurt komt en de capaciteit en snelheid waarmee de UO te werk kan gaan, die zijn energie moet verdelen over vijf gemeenten.
Maar daaraan voorafgaand moet de UO eerst samen met jou een versterkingsplan maken.
Jullie gaan samen hierover in gesprek. Uiteindelijk neemt de UO een versterkingsbesluit: een beschrijving van hoe de versterking er uit zal zien en hoe men te werk gaat. Het is onduidelijk hoeveel vrijheid de UO daarbij heeft, bijvoorbeeld welke bouwmaterialen mogen worden gebruikt en – belangrijk – of ze constructieve gebreken die pas tijdens de versterking blijken, ook mogen herstellen op kosten van de Staat. In dit soort situaties wist de NAM altijd problemen te maken en kon dan traineren. Hierover staat niets in het nieuwe besluit. Omdat de TCV voorafgaand aan de versterking bepaalt hoeveel het ongeveer mag kosten, is het aannemelijk dat bij dreigende overschrijding van het budget de UO eerst weer terug moet naar de TCV om voor het een of ander toestemming te vragen.
Ook kun je zelf wensen hebben. Je kunt bijvoorbeeld werkzaamheden aan het dak willen combineren met het aanbrengen van dakisolatie, geen slecht idee. De extra kosten die dat met zich meebrengt zijn uiteraard voor rekening van jou. Het kan ook zijn dat je het niet eens bent met de materiaalkeus van de UO, bijvoorbeeld wat betreft de dikte van de balken. Onduidelijk is wat er dan gebeurt.
De UO kan instemmen met je wensen, wel of niet met goedkeuring van de TCV, of de UO blijft volhouden dat je de meerkosten (die in jouw ogen geen meerkosten zijn, jij hebt niet om de versterking gevraagd) moet betalen. Een patstelling zal tot vertraging leiden. Uiteindelijk neemt de UO een versterkingsbesluit. Jij kunt dan bepalen of je het daar wel of niet mee eens bent. Ben je het er mee eens dan kan de uitvoering beginnen. Dit moet dan wel ingepland worden door de UO en eventueel afgestemd worden op de versterking van andere panden in de buurt, volgens het PvA. Voorlopig wordt het CVW nog ingeschakeld bij de uitvoering; de NAM mag zich daar niet mee bemoeien.
Ben je het er niet mee eens, dan kun je bezwaar aantekenen bij de commissie bezwaar.
Krijgt je geen gelijk, dan kan je nog in beroep gaan bij de bestuursrechter. Ten alle tijde kun je zeggen: hou maar op, laat maar zitten. Ik neem die onveiligheid op de koop toe.
Ter illustratie van het bovenstaande beschrijving hieronder een schematisch plaatje uit de toelichting van het Besluit. Je doorloopt het proces van boven naar beneden.
Rest nog te vertellen dat vragen die in de loop van het versterkingsproces op tafel komen en de afstemming over de inzet van schaarse middelen en capaciteit over de gemeenten en Plannen van Aanpak van de versterking, besproken worden in het Versterkingsoverleg Groningen (VOG).
Hierin zitten vertegenwoordigers van gemeenten, provincie, de UO en ministerie BZK (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Groninger Bodem Beweging en Gasberaad zijn adviseur.
Zijn er onenigheden op bestuurlijk niveau dan worden die besproken in het Bestuurlijk Overleg Groningen (BOG), waar alle betrokken bestuurders in zitten. Ook hierin zitten de Groninger Bodem Beweging en het Gasberaad als adviseur.
Een lekker sausje mag niet ontbreken bij deze heerlijke verse spaghetti.
De naam is: ‘vertraging verzekerd maar niemand krijgt schuld’.