Waar blijft het kompas?

Groningen mist nog steeds een kompas voor de toekomst. Dat blijkt in de afgelopen maanden weer als Oudeschip en omgeving door de provincie en de gemeente worden overvallen met uitbreidingsplannen voor de Eemshaven. Het Noorden dat zich warm loopt voor de komende kabinetsperiode met het aanbod om 220.000 nieuwe woningen te bouwen. Het lukt Groningen in het huidige tempo niet eens om 26.000 huizen in de komende 20 jaar te versterken.

Om toch iets met de toekomst te doen is het Toukomstproject opgetuigd. Het Toukomstpanel presenteerde in januari hun advies om vierenveertig projecten verder uit te werken. Het buro West8 stelde tegelijkertijd een Toukomstbeeld 2040 op. Het advies is besproken in het bestuur van het Nationaal Programma Groningen (NPG) en wordt verder uitgewerkt in een ‘programmaplan’. Het is nu wachten op de goedkeuring door Provinciale Staten. De verwachting is dat dat voor de zomervakantie gebeurt.

Daarop wordt voorgesorteerd met een evaluatieonderzoek door de RUG. De RUG die op allerlei manieren deel uitmaakt van het NPG circuit. Is die nu de meest aangewezen partij voor een evaluatie?

Hoofdauteur Bettina Bock maakt ook deel uit van de ‘onafhankelijke beoordelingscommissie’ van het NPG en haar hoogste baas, Jouke de Vries, is lid van het NPG bestuur. Maar in deze tijd is het blijkbaar geen bezwaar om als lid van een ‘onafhankelijke’ beoordelingscommissie een opdracht aan te nemen voor een ‘onafhankelijk onderzoek’. “In overleg met het bestuur en de commissie is vastgesteld dat er geen sprake is van belangenverstrengeling of vooringenomenheid”. Argumenten daarvoor worden in het rapport niet gegeven. Het onderzoek concludeert positief. “Al met al is het Toukomstpanel als democratisch experiment geslaagd”. 

Toch een paar kanttekeningen.
Het onderzoek gaat uitgebreid in op hoe de 22 leden van het Toukomstpanel zijn gekozen. Maar hoe zorgvuldig ook samengesteld, representatief is het panel niet. Een nieuwe loting van panelleden resulterend in een nieuwe samenstelling van het panel zou zo maar tot een ander advies hebben kunnen leiden. 
Soms wordt de loftrompet wel erg hard bespeeld. Bijvoorbeeld als er gesproken wordt over “de inzet van meer dan 30.000 Groningers”. Terwijl het er in werkelijkheid 6.000 waren. 

De onderzoekers benadrukken het belang van Toukomst als goed voorbeeld van burgerparticipatie. Ze wijzen ook op de zorg die bij de panelleden leeft of de politiek hun adviezen wel voldoende zal honoreren. Waarschijnlijk kunnen ze gerust zijn. Alles is – net zoals het is met NCG en IMG – weggezet in ‘onafhankelijke’ organen, ‘onafhankelijke’ besturen, ‘onafhankelijke’ adviescommissies. 

In de besluitvorming over de Toukomstplannen hebben gemeentebesturen het nakijken en mogen Provinciale Staten alleen nog iets vinden van het ‘programmaplan’. Terwijl burgerparticipatie alleen tot bloei komt in een levendige, open wisselwerking met het bestuur. De toekomst verdient niet alleen inwoners met visie en durf, maar ook bestuurders met durf en visie.

Projecten zijn nog geen visie, een kompas blijft broodnodig. Het Toukomstbeeld 2040 zou daarvoor een eerste aanzet kunnen zijn. Maar dat toekomstbeeld lijkt slechts in de marge een rol te spelen. Dat zou toch jammer zijn, want stel dat gemeenteraden en provincie het Toukomstbeeld écht zouden omarmen dan zouden overvallen zoals rond de Eemshaven tot het verleden moeten behoren. Dan worden niet langer gebieden opgeofferd aan onuitputtelijke energiebehoeftes van dezelfde bedrijven die Groningen aan de rand van de afgrond hebben gebracht.

Dit artikel verscheen ook in de 17e GBB-krant.