“We zijn een sterke burgerbeweging geworden.”

Na de laatste Tweede Kamerverkiezingen gaan de gesprekken in politiek Den Haag voor een belangrijk deel over macht en tegenmacht. Wat is de invloed van de Tweede Kamer op het kabinetsbeleid? Wordt het parlement monddood gemaakt door een gedetailleerd regeerakkoord en door het wekelijkse coalitieoverleg, waar ook de fractievoorzitters van de regeringspartijen bij aanwezig zijn? Is dat de belangrijkste oorzaak van de toeslagenaffaire? Worden daarom de door de gaswinning gedupeerde Groningers niet ruimhartig financieel gecompenseerd? Volgens Jelle van der Knoop, voorzitter van de Groninger Bodem Beweging (GBB), is het actief worden van burgers een belangrijk middel om tegenmacht te creëren.  Daarbij is het van groot belang dat dit goed en effectief wordt georganiseerd en breed wordt gedragen. Een gesprek over de GBB als succesvolle burgerbeweging. 

Wie zich wil verdiepen in het fenomeen macht en tegenmacht is bij Jelle van der Knoop aan het juiste adres. Hij heeft een sociologische achtergrond en veel onderzoek gedaan naar machtsstructuren en coalitievorming. Hij weet dus waarover hij het heeft. “In 2009 hebben we de GBB opgericht om een machtsblok te vormen tegenover de NAM en het ministerie van Economische Zaken. Veel gedupeerden van de gaswinning hadden in die tijd te maken met deze twee partijen, maar iedereen deed dat op eigen initiatief en mede daardoor zonder succes. Er ontstond in brede kring het gevoel dat je toch niets kunt bereiken bij dergelijke machtige bolwerken. Toen kwamen we op de gedachte dat er een tegenmacht georganiseerd moest worden. Daaruit is de GBB voortgekomen. Ik werd voorzitter en Hilda Groeneveld secretaris. Zij is erg belangrijk geweest voor de GBB.”  Jelle van der Knoop herinnert zich een bomvol café, waar een voorlichtingsbijeenkomst over de gaswinning en de gevolgen daarvan werd georganiseerd. “Er zat een podium vol deskundigen om te reageren op vragen. Er was volop roering in de zaal, maar de bijeenkomst leidde tot niets. Iedereen sprak over de eigen situatie, was bezig met persoonlijke belangenbehartiging, zonder met het gezamenlijke belang bezig te zijn. Ook dat was zo’n moment dat ik dacht dat we ons zouden moeten organiseren.” 

De beving van Huizinge in 2012 en verschillende rapporten die een jaar later verschenen waarin te lezen viel dat er nog veel zwaardere bevingen zouden kunnen komen, hebben volgens Van der Knoop ertoe geleid dat zich veel nieuwe leden aanmeldden bij de GBB. “Toen werden we een factor van belang. Een partij om rekening mee te houden. We kregen een soort machtsbasis. We werden steeds meer benaderd voor adviezen, de media waren steeds vaker geïnteresseerd in onze standpunten en we kregen ook veel intensiever contact met diverse politici, niet alleen van de oppositiepartijen, maar ook met vertegenwoordigers van regeringspartijen.” Dat laatste is volgens Jelle van der Knoop belangrijk, omdat de coalitiepartijen een meerderheid in de Kamer hebben en min of meer standaard het kabinetsbeleid verdedigen. “Om invloed te hebben zullen we daar doorheen moeten breken en dat kan alleen met een overtuigende tegenmacht. Daarbij is het van belang dat de GBB veel leden heeft.” Opvallend is, volgens de voorzitter van de GBB, dat dezelfde Kamerleden vaak een ander geluid laten horen afhankelijk van de vraag of hun partij in de regering of in de oppositie zit. “Als lid van een oppositiepartij zijn ze scherper, zitten ze er meer bovenop, dan wanneer hun partij regeringsverantwoordelijkheid heeft. De voorbeelden liggen voor het oprapen. Politici hebben altijd een dubbele agenda.” 

De manier waarop zowel in Groningen als bij de toeslagenaffaire met burgers wordt omgegaan heeft volgens Jelle van der Knoop alles te maken met het feit dat de beleidsmakers regelingen bedenken zonder voldoende stil te staan bij de gevolgen daarvan. “Het zijn Schriftgeleerden. Wij zetten de praktijk er tegenover, maar daar kunnen ze niets mee. Regels die achter een bureau bedacht worden, blijken vaak in de praktijk niet werkbaar te zijn. Ze hebben geen idee wat ze de mensen aandoen en kunnen zich ook niet inleven in de emoties die naar buiten komen. Als er in Groningen een eenmalige, natuurlijke aardbeving zou zijn geweest met enorm veel schade dan zouden er meteen miljarden beschikbaar zijn gesteld. Nu is een bedrijf verantwoordelijk en is ’t een boekhoudkundig probleem geworden. Dat heeft alle snelheid uit het oplossen van de problemen gehaald.” 

Jelle van der Knoop is ervan overtuigd dat een efficiënte tegenmacht, een sterke, breed gedragen burgerbeweging zoals de GBB, de politieke impasse kan doorbreken. “Informatie is daarbij erg belangrijk. De GBB heeft ervoor gezorgd dat het Groninger probleem landelijke bekendheid kreeg en dat de omvang van wat er speelt duidelijk werd gemaakt. Door alle media-aandacht raakte ook politiek Den Haag betrokken. Politici gingen steeds meer bij ons te rade voor informatie en mogelijke oplossingsrichtingen. Ook allerlei acties, overleg, juridische procedures en samenwerking met diverse organisaties hebben bijgedragen aan het succes van de GBB. We hebben door de jaren heen veel krediet opgebouwd en zijn een sterke burgerbeweging geworden. Er is nog veel te doen. We hebben niet kunnen verhinderen dat de versterkingsoperatie een puinhoop is. Maar de GBB is een tegenmacht waar de overheid niet omheen kan.”

Dit interview verscheen ook in de 17e GBB-krant