Schadeafhandeling

De gaswinning veroorzaakt aardbevingen en bodemdaling. Hierdoor wordt schade aan de woningen in Groningen toegebracht. Deze schade is relatief groot doordat de aardbevingen ondiep ontstaan, waardoor de trillingen van de aardverschuiving naar verhouding weinig worden gedempt. Bovendien hebben we hier een ‘slappe’ bodem (klein, veen). Dit maakt de huizen erg kwetsbaar voor trillingen.

Wat wil de GBB concreet?

  • Een onafhankelijke vaststelling: De fysieke mijnbouwschade dient onafhankelijk van de schadeveroorzaker NAM en het Rijk afgehandeld te worden. Deze partijen hebben immers belang bij een zo laag mogelijke schadevergoeding en zijn niet onpartijdig. Het IMG moet daarom onafhankelijk haar werkwijze bepalen. Het IMG dient zich te onthouden van het inschakelen van partijen die vooringenomen zijn of een belang hebben bij een zo laag mogelijke schadevergoeding.
  • Een ruimhartige vaststelling: De mijnbouwschade dient ruimhartig te worden vastgesteld, haarkloverij en juridische procedures moeten vermeden worden. Ze brengen onnodig veel kosten met zich mee, en zorgen voor extra stress bij gedupeerden.
  • Weghalen bewijslast bij gedupeerden: Het wettelijk bewijsvermoeden dat van toepassing is (artikel 6:177a BW) voor het Groningenveld en de gasopslag Norg dient worden toegepast zoals beschreven door het Panel van deskundigen via de TCMG*. De inperking die het IMG hieraan in de zomer van 2021 heeft gegeven dient te worden teruggedraaid, en het gebruik van de trillingstool door deskundigen dient uitsluitend aanvullend te zijn.
  • Uitbreiding van het wettelijk bewijsvermoeden: De gasopslag Grijpskerk dient ook onder het wettelijk bewijsvermoeden te worden gebracht
  • Gelijke behandeling: Als twee huizen vergelijkbare schade hebben dienen ze ook een vergelijkbare schadevergoeding van het IMG te ontvangen.
  • Volledige vergoeding: Ook alle bijkomende materiële indirecte schade (overlast, bijkomende kosten) door aardbevingen en bodemdaling en andere vormen van vermogensschade dient met dezelfde uitgangspunten vergoed te worden.
  • Immateriële schade moet integraal erkend worden: Er dient een reële vergoeding van de immateriële schade te komen, door middel van een regeling die recht doet aan het leed van decennia onrecht, strijd en onzekerheid van gedupeerden.
    De huidige regeling voor immateriële schade van het IMG is volstrekt onvoldoende.
  • Faire bejegening: Een gedupeerde die het niet eens is met de aangeboden schadevergoeding moet een deskundige adviseur kunnen inschakelen, betaald door het IMG. Ook moet er bij geschillen een zorgvuldige bezwaar- en beroepsprocedure zijn, waarin de gedupeerde een gelijkwaardige positie heeft, door een onafhankelijke instantie uitgevoerd.

* Panel van deskundigen: “Beantwoording vragen Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen.”, 22 januari 2019.